Waarom verhuizen naar Castellon
Sluit je aan bij pelgrims op blote voeten, lokale ambachtslieden en vrolijke feestvierders in deze betoverende provincie die geschiedenis combineert met Boheemse sfeer.
Castellon is de kleinste van de drie provincies van Valencia; er is hier minder toerisme in vergelijking met andere delen van Spanje. De Spanjaarden zelf en de Fransen gaan hier op vakantie, maar de provincie is relatief onbekend voor de rest van de wereld. Het is duidelijk dat de rest van de wereld iets misloopt; het gebied is doordrenkt van geschiedenis: middeleeuwse heuvelstadjes, oude boerderijen in sinaasappelboomgaarden en prachtige kastelen liggen verspreid over dit land waar de allerlaatste Moren in Spanje – de Moriscos – zich ooit hadden gevestigd.
Denk aan de middeleeuwse ommuurde stad Peniscola, waarvan het opvallende 14e-eeuwse kasteel trots gelegen is op een ruig schiereiland. Het kasteel werd gebouwd door de Tempeliers op de overblijfselen van een Arabisch fort en werd later de thuisbasis van paus Benedictus XIII. Ook is er de opvallend mooie middeleeuwse stad Morella in het Maestrazgo-gebergte, een 14e-eeuwse ommuurde stad met kleine kronkelende straatjes die leiden naar het oude kasteel.
Als u op zoek bent naar authenticiteit, ga dan naar de heuvels in het binnenland – dit is het land waar pelgrims op blote voeten lopen, biddend voor regen en vergeving. Dit klinkt misschien poëtisch, maar dit soort Romerías of bedevaarten komen veel voor in heel Spanje. Vooral deze vindt al meer dan 700 jaar plaats in het dorp Les Useres. Op de laatste vrijdag in april vertrekt een groep Pelegrins (pelgrims) – sommige op blote voeten – voor een reis van 69 kilometer naar de heilige berg Penyagolosa, waar ze hopen dat hun toewijding en standvastigheid worden beloond met overvloedige regenval en de overvloedige oogst die daaruit voortkomt.
Deze oude gebruiken zijn prachtig bewaard gebleven in veel bergachtige gebieden van de provincie, zoals de Maestrazgo. De geschiedenis leeft hier verder in de mensen: nomadische herders, ambachtelijke kaasmakers, stoffenwevers en oudere bewoners met veel kennis van genezende bergplanten. De landelijke keuken is heerlijk, stevig en vullend – konijn, lam, slakken, amandelen en al het andere dat het land te bieden heeft, wordt in robuuste aardewerken potten gedaan en gebakken tot het heerlijk smaakt. Dankzij de Moorse irrigatie is veel van het land groen en vruchtbaar en vol geurige citrus- en olijfboomgaarden en dikke smaragdgroene dennenbossen.
Als u naar zeelucht verlangt, moet u naar de Costa del Azahar (kust van de oranjebloesem) gaan, daar zijn veel ongerepte stranden dankzij het feit dat het gebied minder bekend is dan andere delen van Spanje, hoewel het er niet minder mooi is. Hier vindt u Benicàssim, met zijn Boheemse sfeer en het bijzonder populaire festival (FIB) en Castellon de la Plana, de historische hoofdstad van de provincie.
